www.diavantisfoundation.nl

IJsbrand Velzeboer: Leugens op mijn bord

Door: Judith Witte

Voedingsmiddelentechnoloog IJsbrand Velzeboer (69) is de misstanden en misleiding in de voedingssector goed zat. In zijn nieuwe boek ‘Leugens op mijn bord’ neemt hij de héle sector kritisch onder de loep: producent, retailer, wetgever én toezichthouder. Niemand wordt gespaard.


Heel veel voedingsmiddelen die keurig aan alle levensmiddelenwetgeving voldoen, zijn toch niet integer, stelt IJsbrand. ‘De ongekende prijsdruk vanuit de supermarkten naar de producenten toe is de kernoorzaak van het geklooi met ons voedsel.’ Door prijsdruk gaan producenten op zoek naar goedkope grondstoffen uit verre landen en worden de randen van de wetgeving opgezocht. ‘De enorme populariteit van palmolie, watertoevoeging in de voedingsmiddelen en de dalende trend in de voedingswaarde bij de soepen zijn de gevolgen’, merkt hij op. 

Het boekje leest heerlijk weg, mede dankzij zijn rake, radicale taalgebruik, zoals ‘Aan de inkoopzijde vinden hele vieze spelletjes plaats’. En: ‘Het gedrag van de inkopers en de zakelijke ethiek van de supermarktorganisaties in het algemeen is schunnig te noemen.’ Hij licht zijn scherpe analyses continu toe met illustratieve voorbeelden.


Machtsmisbruik

Gerommel met voedsel is van alle tijden, stelt IJsbrand. In de oudheid lieten belangrijke families het eten voorproeven om te voorkomen dat men een (voedsel)vergiftiging zou oplopen. Vervalsingen hebben vrijwel altijd een economisch motief, waarbij de gezondheid van de consument redelijk ongeschikt wordt gesteld. Voorbeelden genoeg: Zuurtjes rood kleuren met loodzouten. Ranzige melk met rijstpoeder als room verkopen. Vloergruis van peperopslagplaatsen als gemalen peper verhandelen. Aluin in brood voor een mooie witte kleur.

‘Het zijn de supermarkten die elkaar de tent uitvechten om te claimen dat ze de goedkoopste zijn’, stelt Velzeboer. ‘Dat roepen ze ook allemaal in koor, zodat de consument weinig geloof meer hecht aan dat reclamegebral. Dit heeft natuurlijk een prijs en die komt op het bordje van de boer, respectievelijk de producent van de voedingsmiddelen. Het lijkt erop dat de supermarkten met de onredelijke voorwaarden en vooral de opgelegde boetes, die veelal direct met de uitstaande factuur verrekend worden, een secundair verdienmodel gevonden hebben. De inkoopwaarden van de supermarktorganisaties hebben weinig tot niets met integriteit te maken. Ik ben van mening dat de retailers deze foute handelscultuur zelf niet eens beseffen. De consument vertelt men vooral hoe maatschappelijk verantwoord en milieubewust men werkt. Dit is niet anders dan ‘greenwashing’. De consument moet meer kennis bijgebracht worden over het voedsel dat zij eet’, vindt hij. En ook: ‘Ieder bedrijf zou zich mediaproof moeten maken door in te stemmen om het productieproces te filmen. Dáár wordt de consument pas wijzer van.’


Klooivoedsel matrix

De EU verordening 1169/2011 (over etikettering) noemt hij in het boekje ‘een janboel’. In hoofdstuk 2 presenteert hij ‘de 18 belangrijkste klooibepalingen uit deze regelgeving die in mijn ogen goede voorbeelden zijn van gepruts van de Brusselse kermis.’ Daaronder vallen onder meer ‘lettertypografie van de aanduidingen’; ‘de vermelding van categorieën ingrediënten misleidend’; en ‘geen wettelijke definitie van het begrip clean label’. 


Verreweg de grootste klooifactor is volgens Velzeboer ‘het toevoegen van water zonder dit op het etiket te vermelden’. Maar ook ‘ingrediëntensubstitutie’ is hem een doorn in het oog: het vervangen van dure ingrediënten door goedkopere, zoals vetten of eiwitten door water, of  roomboter door palmolie. Aan de leugens van palmolie wijdt hij zelfs een heel hoofdstuk. Hij maakt zich grote zorgen om de toename van het gebruik ervan. Het ingrediënt is inmiddels terug te vinden in alle goedkope producten, terwijl het chloorverbindingen (de MCPD esters) bevat die schadelijk zijn voor de gezondheid. ‘De voedingsmiddelenindustrie heeft zich jarenlang in slaap laten sussen door een ongestoorde aanvoer van zeer goedkope palmolie en verkeert nu in een chantabele positie vanwege het eigen succes’, schrijft hij.

Met zijn ‘klooivoedsel matrix’ wijdt hij volgens eigen zeggen ‘argeloze studenten in in de duistere wereld van list en bedrog’. Hij onderscheidt in zijn matrix vier domeinen waarmee kan worden gerommeld: oorsprong, samenstelling, contaminatie en etiket. Het ‘geklooi’ kan per ongeluk of expres gebeuren, waarbij de mate van ernst kan verschillen.
Gelukkig gaan er ook dingen goed, zoals de EU richtlijn 2019 633 inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen (beter bekend als de OHP Richtlijn). Dit ziet hij als een goed begin: ‘Dit schept kansen voor bedrijven die het hard willen spelen. Als aangetoond kan worden dat een inkoopcontact in strijd is met de wet, dan kan deze ongeldig verklaard worden.’

Volop praktijkvoorbeelden

In zijn nieuwe boek bekritiseert Velzeboer de etiketten van vele producten en beschrijft hij uitvoerig waar het in zijn ogen mis gaat. Merken worden met naam en toenaam genoemd, de wantoestanden worden van a tot z uitgelicht en geïllustreerd met foto’s. Boos wordt hij bijvoorbeeld ook over de ‘palmolie camouflage truc’ van Becel. ‘Op de bovenzijde van het kuipje staat: ‘De mix van zonnebloem-, lijnzaad- en koolzaadolie in Becel is van nature rijk aan Omega 3…’ Palmolie ontbreekt in het rijtje, terwijl er méér palmolie wordt gebruikt dan koolzaadolie. Maar dat is pas te lezen op ingrediëntendeclaratie op de onderzijde van de verpakking.’ 


Geribbeld matrasje

Een ander voorbeeld betreft gesjoemel met het gewicht. ‘Zo ligt er onderin het bakje waar vis of vlees in verpakt is, een leuk zwart of wit geribbeld matrasje. Dat is natuurlijk niet voor de sier, maar om het lekvocht van het verse product op te vangen. Op de verpakking prijkt het gewicht van de inhoud ten tijde van het verpakken, inclusief matrasje. Wanneer de consument thuis uiteindelijk de verpakking opent, is het product dat zij in de pan legt aanzienlijk lichter geworden. Ten overvloede dien ik te vermelden dat het matrasje niet meegebakken moet worden.’ Door deze praktijken ontstaat er ongelijkheid met de slager, visboer of poelier om de hoek, die het plasje vocht niet mag mee verkopen en daardoor de consument kan misleiden. Oneerlijke concurrentie.

In december 2021 kaartte de Consumentenbond dit probleem ook aan in hun magazine. Dat artikel ging over te weinig product in de verpakking van voorverpakte gerookte zalmfilet. Bijna altijd zat er veel minder vis in de verpakking dan erop staat, meldde onderzoeker Daan Vermeer. ‘10% is geen uitzondering. En dat bij een kiloprijs tot boven € 50,00. Pure pech of opzet?…’  Het team van Velzeboer onderzocht behalve zalm nog meerdere vissoorten, waaronder schol en kabeljauw die veel meer vocht verliezen dan de vette zalm. De NVWA legt  prioriteit in haar inspecties bij voedselveiligheid en ernstige misleiding. De autoriteit ziet, zo lezen we in het artikel van de Consumentbond, ‘vooralsnog geen reden om een onderzoek in te stellen.’


De NVWA

Het is een misvatting om te veronderstellen dat de NVWA verantwoordelijk is voor de voedselveiligheid. De producent, importeur of de verhandelaar is hiervoor primair verantwoordelijk. Terecht, vindt Velzeboer. Maar kritisch is hij wel over de autoriteit.

Kort en bondig beschrijft hij de staat waarin de NVWA zich nu naar zijn mening bevindt: ‘Het huidige organogram van de Dienst laat zien dat er een structuur is gebouwd van managers en academici die niet gehinderd lijken te worden door vakinhoudelijke- en technologische kennis van de voedingsmiddelenindustrie. Gebrek aan proces- en ingrediëntenkennis én motivatie zijn de grootste tekortkomingen die de NVWA momenteel heeft.’ 


Verzuring

Hij geeft na zijn scherpe analyse ruiterlijk toe: ‘Kritiek geven is makkelijk’. Dus somt Velzeboer ongevraagd 11 verbeterpunten op. Waarom? Omdat hij vindt dat ‘er een keer eind moet komen aan de continue hoon en spot waaronder de Dienst momenteel lijdt en het respect weer krijgt die het verdient’. Zijn eerste aanbeveling: “Zorg dat medewerkers weer plezier in het werk krijgen. Momenteel is de verzuring op zeer hardnekkige manier toegeslagen en de loopgraven zijn al gegraven voor de nieuwe inspecteur generaal.’ De laatste: ‘Zet per direct het risicomijdend gedrag overboord van alle medewerkers en maak duidelijk dat het maken van fouten bij normaal menselijk gedrag hoort.’ 

Tot slot trakteert IJsbrand Velzeboer ons als lezers met het opnoemen van maar liefst 20 opkomende voedselveiligheidsrisico’s die er écht toe doen. ‘Slapen is geen geringe kunst, je moet er de hele dag voor wakker blijven.’

Boekinformatie
ISBN: 978-90-810612-3-0
200 pagina’s paperback

 

IJsbrand Velzeboer 

(©Foto Hissink)

Bronvermelding: Vakblad Voedingsindustrie 2022                                                                                             Beeld: Appel: ©Strela Studio/shutterstock.com, beeld margarine: ©vatchrachai triaroon/shutterstock.com

Scroll naar boven